Tijdelijke ontruimingen wegens dringende werkzaamheden

De woningstichting vordert in kort geding dat de bewoner wordt veroordeeld tot medewerking aan de vervanging van de gasleiding en dat de berging daartoe tijdelijk wordt ontruimd, met machtiging aan de woningstichting een en ander zelf te bewerkstelligen indien de bewoner zijn medewerking weigert.

Moet de woning tegen de wil van de bewoner betreden worden, dan moet de veroordeling tot een gedeeltelijke en/of tijdelijke ontruiming ten uitvoer worden gelegd door de deurwaarder op grond van art. 558 Rv. Eigen richting is niet toegestaan. Een gedwongen ontruiming blijft het exclusieve domein van de deurwaarder! Deze casus is ontleend aan de uitspraak van de voorzieningenrechter Maastricht op 30 september 2014 (RBLIM:2014:8436). Een vergelijkbare casus werd behandeld door de kantonrechter Almelo in kort geding van 4 augustus 2021 (RBOVE:2021:3090).

Voorbeeld

De specifieke vordering tot ontruiming, althans het “mitsdien-gedeelte” in een kort-geding-dagvaarding zou kunnen luiden:

(…) mitsdien:

het de kantonrechter, optredende als voorzieningenrechter, behage om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

gedaagde te veroordelen om mee te werken aan de uitvoering van de noodzakelijke dringende werkzaamheden zoals hiervoor onder alinea (….) vermeld en dat de woning c.a., staande en gelegen te (…) aan het adres (…)  daartoe tijdelijk en gedeeltelijk wordt ontruimd met alle zaken en met al diegenen die vanwege de geëxecuteerde in het te ontruimen pand zijn toegelaten,  met machtiging aan eiseres een en ander zelf te bewerkstelligen indien de gedaagde zijn medewerking weigert;

Deze case is onderdeel van de cursus Huurrecht en ontruimigen. 

Bekijken