Wettelijke vereisten aan een rechterlijke beschikking:
Op grond van art. 287 Rv is op een beschikking art. 230 lid 1 en lid 3 Rv van overeenkomstige toepassing. Dit betekent dat in een beschikking in ieder geval moet worden vermeld:
- de namen en de woonplaats van partijen en van opgeroepen belanghebbenden en hun gemachtigden of advocaten;
- de slotsom van het verzoek en de conclusies van partijen;
- de gronden (motivatie) van de beslissing, waaronder begrepen de feiten waarop de beslissing berust;
- de beslissing, waaronder de eventuele proceskostenveroordeling;
- de naam van de rechter of, bij een meervoudige kamer, de namen van de rechters door wie de beschikking is gegeven. De beschikking wordt ondertekend door de rechter en de griffier;
- de dag van de uitspraak.