Bestaat er een recht op een afbetalingsregeling?

Mag een gerechtsdeurwaarder een voorgestelde afbetalingsregeling van een beschermingsbewindvoerder weigeren? Moet de deurwaarder een door de bewindvoerder voorgestelde inventarisatieperiode afwachten alvorens beslag te leggen? Deze vragen moesten onlangs door de tuchtrechter voor gerechtsdeurwaarders beantwoord worden

Bestaat er een recht op een afbetalingsregeling?

Het onderhandelen over de redelijkheid van een afbetalingsregeling (€ 25 per maand op een schuld van rond € 11.000) tussen een beschermingsbewindvoerder en een deurwaarder eindigt soms in een klacht bij de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders (14 november 2022, TGDKG:2022:171). Als de deurwaarder, na het betalingsvoorstel geweigerd te hebben, vervolgens een loonbeslag legt dat maandelijks € 75 opbrengt, is de vraag of zijn handelen klachtwaardig is. Ook het tegenvoorstel van de deurwaarder om € 4500 ter finale kwijting te voldoen binnen een maand is onderwerp van de klacht. Het zou onethisch zijn, omdat het niet overeenstemt met de financiële mogelijkheden van de schuldenaar.

De Kamer oordeelt dat de deurwaarder niet klachtwaardig heeft gehandeld. Het loonbeslag levert immers (achteraf) veel meer op dan het aanvankelijke betalingsvoorstel. Verder is het voorgestelde afkoopbedrag tegen finale kwijting ethisch gezien niet verwerpelijk. De gerechtsdeurwaarder moet immers ook de belangen van zijn opdrachtgever dienen. Daarnaast betreft het een voorstel dat kan worden afgewezen, zoals ook is gebeurd. Voorts blijkt dat niet met alle schuldeisers een minimale betalingsregeling is afgesproken. Sterker nog, met één executant is een betalingsregeling van € 100 getroffen. Dat de vordering waarschijnlijk niet volledig voldaan zal worden als de schuldenaar in een schuldhulpverleningstraject komt, maakt dit niet anders, aangezien na ruim twee jaar nog geen vorm van schuldhulpverlening is vastgesteld.

Respecteren inventarisatieperiode schulden

In een andere zaak bij de tuchtrechter staat de volgende vraag centraal: handelt een deurwaarder klachtwaardig richting een beschermingsbewindvoerder als hij zonder een inventarisatieperiode af te wachten en zonder de mogelijkheid te geven een afbetalingsvoorstel te doen, beslag legt op het door de bewindvoerder opgegeven bankrekeningnummer?

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders (14 november 2022, TGDKG:2022:172) oordeelt resoluut van wel. Door het leggen van het beslag zonder enige aankondiging, terwijl de bewindvoerder heeft verzocht om een inventarisatie periode, heeft de deurwaarder het bepaalde in art. 7 lid 1 van het Reglement Normen voor Kwaliteit waarin onder meer is bepaald dat de gerechtsdeurwaarder de justitiabele actief informeert over de consequenties van niet‐ handelen, overtreden. Daarnaast heeft de deurwaarder art. 8 van het eerdergenoemd reglement overtreden. Hierin is bepaald dat de deurwaarder executiemaatregelen effectief inzet en de proportionaliteit bewaakt van toegepaste maatregelen en kosten. Verder valt de Kamer over de opmerking in het verweerschrift van de deurwaarder dat achteraf gezien het niet voor de hand had gelegen akkoord te gaan met een betalingsregeling, omdat is gebleken dat de vordering gewoon betaald had kunnen worden met het aanwezige saldo. Hieruit blijkt dat de deurwaarder zijn handelwijze kennelijk gerechtvaardigd vindt als de ambtshandeling doel treft. De Kamer legt de maatregel van berisping en een boete op.