Als in een echtscheidingsprocedure de wederhelft geen bekende woonplaats (meer) heeft, leidt dit soms tot betekeningsproblemen.
Is het enkel vermelden in een echtscheidingsverzoekschrift dat uit de Basisregistratie personen blijkt dat de man vertrokken is naar het buitenland (Registratie Niet Ingezetenen) en dus het verzoekschrift openbaar betekend is, voldoende om de echtscheiding officieel uit te spreken? De rechtbank te Haarlem oordeelt van niet (3 november 2022, RBNHO:2022:12195). De vrouw heeft immers niet gesteld, of een bewijsstuk overgelegd waaruit dat blijkt, dat de woonplaats en het werkelijk verblijf van de man onbekend zijn noch welke pogingen zij heeft ondernomen om de verblijfplaats of de contactgegevens van de man te achterhalen.
Het beginsel van hoor- en wederhoor brengt met zich dat de man op de hoogte dient te zijn van het echtscheidingsverzoek en in de gelegenheid moet worden gesteld om daartegen verweer te voeren en/of zelfstandige verzoeken in te dienen. De vrouw krijgt de herstelmogelijkheid om dit alsnog te onderbouwen of het verzoekschrift opnieuw aan de man te betekenen. Als de vrouw niet binnen twee weken hieraan voldoet, kan het verzoek tot echtscheiding niet ontvankelijk worden verklaard.