Het beslagvrij bedrag is per 1 juli gewijzigd. Lees hier verder om te vernemen op welk minimaal bedrag de beslagene aanspraak mag maken in geval van een bankbeslag.
Vanaf 1 januari 2021 geldt er een beslagvrije voet bij een bankbeslag, althans als het beslag wordt gelegd ten laste van een natuurlijk persoon, waaronder een zzp-er. De wet (art. 475 lid 1 sub f Rv) spreekt van een beslagvrij bedrag. Dit is het bedrag dat ondanks het beslag ter vrije beschikking van de schuldenaar moet blijven om te voorzien in zijn primaire levensbehoeften. Hierbij is niet van belang op welke dag van de maand het beslag wordt gelegd. Dit bedrag staat gelijk aan de maximale beslagvrije voet in de zin van art. 475da Rv zoals dat geldt bij beslag op een vordering tot een periodieke betaling. Dit bedrag wijzigt elk jaar op 1 januari en 1 juli.
De hoogte van het beslagvrij bedrag verschilt dus per categorie schuldenaar. De categorie schuldenaar wordt bepaald door de leefsituatie van de schuldenaar. Dit levert per 1 juli 2023 de volgende beslagvrije bedragen op:
Alleenstaande | € 1.892,73 |
Alleenstaande ouder | € 2.031,34 |
Gehuwde zonder kinderen | € 2.498,47 |
Gehuwde met kinderen | € 2.533,99 |