Als een schuldenaar een zogenaamd daad van bekendheid verricht naar aanleiding van een aan hem betekend verstekvonnis ~ maar niet in persoon ~ begint de verzettermijn te lopen. Hoe zit dit als de schuldenaar per e-mail reageert?
Art. 143 lid 2 Rv bepaalt dat het verzet moet worden gedaan binnen vier weken na de betekening van het vonnis of van enige uit kracht daarvan opgemaakte of ter uitvoering daarvan strekkende akte ~ betekening derdenbeslag ~ aan de veroordeelde in persoon of na het plegen door deze van enige daad waaruit noodzakelijk voortvloeit dat het vonnis of de aangevangen tenuitvoerlegging aan hem bekend is. Het laatste element van het artikel noemt men een daad van bekendheid. Verricht de schuldenaar een daad van bekendheid als hij per e-mail inhoudelijk reageert? In een door het gerechtshof ’s-Hertogenbosch op 9 maart 2021 (GHSHE:2021:684) behandelde zaak, blijkt dat de verzettermijn is gaan lopen. Ook het adres waarvan de afzender op grond van verklaringen of gedragingen van de geadresseerde mocht aannemen dat deze aldaar door hem kon worden bereikt, bijvoorbeeld diens postbus, e-mailadres of ander adres dat bij recente contacten tussen partijen door de geadresseerde is gebruikt, kan dienen als een adres waarop de verklaring in de zin van art. 3:37 lid 3 BW is aangekomen. Het Hof oordeelt dat het rechtsmiddel van verzet te laat is ingesteld. Opposant heeft immers een daad van bekendheid verricht door een inhoudelijke reactie te geven nadat aan hem per e-mail door de executerende deurwaarder het bij verstek gewezen vonnis is toegezonden.