Wat is een dwangsom?

Een dwangsom is een bijkomende veroordeling van de schuldenaar om aan de schuldeiser een som geld te betalen voor het geval hij de hoofdveroordeling niet zal nakomen.

De hoofdverplichting kan bestaan uit een verplichting om te geven, om te doen of om niet te doen / om na te laten (art. 3:296 BW). De wettelijke regeling is te vinden in de artikelen 611a tot en met 611i van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en is toepasbaar in verschillende rechtsgebieden. Zo kan in het kader van het arbeidsrecht een overtreding van een concurrentiebeding gesanctioneerd worden door een dwangsom (HR 6 februari 1981, NJ 1981, 379).

Verder kan in het personen- en familierecht aan de nakoming van een omgangsregeling een dwangsom gekoppeld worden (HR 4 april 2008, RvdW 2008, 393). Een ander voorbeeld in het kader van het personen- en familierecht betreft het geval dat een informatieverplichting met betrekking tot een kind versterkt kan worden met een dwangsomveroordeling (HR 4 oktober 2013, RvdW 2013/1166).

In het kader van het burgerlijk procesrecht kan een dwangsom evenwel niet worden opgelegd aan een partijgetuige om diens spreekplicht af te dwingen. Een dwangsom past niet binnen het Nederlandse procesrecht  (HR 6 april 2012, NJ 2012, 363). Daarentegen kan aan een vordering om iemand (een gewone getuige) een getuigenis te laten afleggen ~ naast gijzeling en strafvervolging ~ wel een dwangsom worden verbonden (HR 18 mei 1979, NJ 1980/213). Een dwangsom kan ook aan een voorwaardelijke veroordeling worden gekoppeld.

Een dwangsom staat los van enige actie aan de kant van de schuldeiser om de schade die de schuldeiser lijdt of zal lijden als gevolg van het niet of niet-tijdig uitvoeren van de hoofdverbintenis. Een dwangsom wordt veelal berekend per dag dat de schuldenaar in gebreke blijft tot nakoming van zijn hoofdveroordeling. Ook kan een dwangsom berekend worden per overtreding van een opgelegd gebod of verbod. Het is een sterke prikkel tot nakoming. Niet-nakoming kost immers heel wat geld.

Een dwangsom is geen private straf of een schadevergoeding. Het is (naast de lijfsdwang) een indirect executiemiddel. Het opleggen van een dwangsom heeft geen zin als van tevoren duidelijk is dat het geen prikkel tot nakoming is. Als voorzienbaar is dat de dwangsom zal worden verbeurd, zal de gevorderde dwangsom worden afgewezen. Zo legde het gerechtshof Amsterdam (26 april 2007, NJF 2007/361) geen dwangsom op, omdat de functie van druk uitoefenen om aan een veroordeling te voldoen niet kan worden vervuld (kamerverhuurster lijdt aan ernstige psychische stoornis die haar het zicht op de werkelijkheid beneemt).

Deze case is onderdeel van de cursus Dwangsomen verjaring.

Bekijken