Is de toegankelijkheid van het tuchtrecht in het geding als de klagende opdrachtgever bij een niet gegronde klacht de hiermee gepaard gaande kosten van de deurwaarder moet betalen? De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders heeft er zich onlangs over gebogen.
In het tarievenoverzicht van een deurwaarder is de volgende bepaling opgenomen: “Als er in het kader van werkzaamheden door opdrachtnemer een klachtenprocedure aanhangig wordt gemaakt die voortvloeit uit de door opdrachtgever gegeven opdracht en deze klacht niet gegrond blijkt, is opdrachtnemer gerechtigd de hiermee gepaard gaande werkzaamheden in rekening te brengen bij de opdrachtgever.” De vraag is of de deurwaarder zich klachtwaardig gedraagt als hij de klagende opdrachtgever hiermee confronteert. De klagende opdrachtgever meent dat hij, in verband met de extra kosten die hij mogelijk aan de deurwaarder moet betalen in verband met de behandeling van de klacht, zich niet vrij voelt om bij de behandeling aanwezig te zijn.
De kamer overweegt dat de deurwaarder geen kosten bij de opdrachtgever in rekening zou mogen brengen die worden gemaakt voor een klachtenprocedure en is van mening dat het onderhavige artikel niet op deze manier mag worden toegepast. Door op deze manier kosten bij klager in rekening te brengen miskent de deurwaarder het belang van de toegankelijkheid om een klachtenprocedure op te starten, aldus de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders (12 juni 2024, TGDKG:2024:52). In dit verband kan verwezen worden naar GHAMS:2008:BF2120 waarin het hanteren van een dergelijke bepaling door een notaris een wijze van beperking van het klachtrecht oplevert die de wetgever niet heeft beoogd. Beoogd is dat eventuele klachten op redelijk eenvoudige en informele wijze dienen te worden behandeld. Van zo’n bepaling gaat onmiskenbaar een afschrikwekkende werking uit.