Onlangs kwamen we een situatie tegen die een belangrijke les biedt over de gevolgen van het medeondertekenen van een huurovereenkomst als “hulp” voor derden.
Een werkgever had zich bereid verklaard om een vrouw en haar partner te ondersteunen door de huurovereenkomst voor een woning mede te ondertekenen, hoewel hij zelf nooit de intentie had om in de woning te verblijven. Ondanks deze welgemeende intentie, bleek dit achteraf een kostbare fout te zijn.
Door als medeondertekenaar op te treden, werd de werkgever juridisch beschouwd als medehuurder. In een daaropvolgende gerechtelijke procedure stelde de rechter zowel de vrouw als de werkgever hoofdelijk aansprakelijk voor de betalingsverplichtingen. Dit houdt in dat de schuldeiser de volledige schuld kan verhalen op degene die daartoe financieel het meest in staat is. In dit geval is dat de werkgever, aangezien de vrouw niet in staat blijkt om de schuld te voldoen.
Deze situatie benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het aangaan van juridische verplichtingen, ook als deze voortkomen uit goede bedoelingen. Het ondertekenen van een huurovereenkomst impliceert verantwoordelijkheid en kan, zoals in dit geval, leiden tot onverwachte financiële lasten.
Ons advies aan werkgevers en particuliere huurders: Wees zorgvuldig bij het aangaan van contractuele verplichtingen. Het inwinnen van juridisch advies voordat u zich als garant of medehuurder verbindt aan een contract is raadzaam. Goede bedoelingen kunnen immers helaas onverwachte en kostbare gevolgen hebben.