Een opvallende laconieke houding van de bewindvoerder leidt ertoe dat hij € 78,53 moet terugbetalen aan de onderbewindgestelde. Als hij namelijk bijzondere bijstand had aangevraagd voor de met toestemming van de kantonrechter gemaakte extra kosten voor de belastingaangifte 2017, had de onderbewindgestelde niet zelf die kosten hoeven te betalen. Hij had immers recht op bijzondere bijstand.
De reactie van de bewindvoerder, inhoudende “Wij hebben er niet bij stil gedaan voor de € 78,53 bijzondere bijstand aan te vragen. Het lijkt ons wat overdreven dit bedrag om die reden terug te laten betalen aan betrokkene.”, viel niet in goede smaak bij de Utrechtse kantonrechter (23 februari 2021, RBMNE:2021:755). De bewindvoerder is aansprakelijk voor de misgelopen inkomsten.