Aansprakelijkheid bewindvoerder voor immateriële schade

Heel soms wordt een bewindvoerder door de toezichthoudende kantonrechter veroordeeld om smartengeld te betalen aan zijn cliënt.

Aansprakelijkheid bewindvoerder voor immateriële schade


Als blijkt dat de voormalig bewindvoerder geen budgetplan heeft opgesteld en verzuimd heeft om enkele uitgaven te verzorgen, terwijl er sprake was van een stabiel inkomen, is de bewindvoerder aansprakelijk voor de schade. Zo is er geen scooterverzekering afgesloten, waardoor de onderbewindgestelde geconfronteerd is met hoge boetes. Ook werd een zorgpremie en de jaarnota van de energieleverancier niet tijdig betaald. Ook het extra werk van de huidige bewindvoerder moet vergoed worden.

Verder wordt de voormalig bewindvoerder veroordeeld om de immateriële schade te vergoeden.  De onzorgvuldige werkwijze, de afsluitingen van de nutsvoorzieningen, maar vooral het feit dat er tijdens het bewind door nalatigheid van de bewindvoerder twee keer sprake is geweest van een huisuitzetting, hebben ertoe geleid dat betrokkene in een psychose terecht is gekomen en hij daarbij suïcidale neigingen kreeg. Dit brengt mee dat er sprake is van immateriële schade.

De hoogte ervan stelt de kantonrechter naar billijkheid vast op € 750. De kantonrechter Alkmaar deed zijn uitspraak op 22 juni 2021 (RBNHO:2021:5026).