Kan er nog hoger beroep worden ingesteld tegen een vonnis als er sprake is van berusting? Het antwoord is nee! Echter, als de veroordeelde partij aan een derde heeft laten weten dat hij berust in het vonnis, is er dan ook sprake van berusting?
De Hoge Raad legt op 10 maart 2017 (HR:2017:412) nog eens uit wat onder een berusting moet worden verstaan. Berusting leidt tot een niet-ontvankelijkheid aan de kant van appellant. Hiervan kan slechts sprake zijn indien de in het ongelijk gestelde partij na de uitspraak jegens de wederpartij heeft verklaard dat zij zich bij de uitspraak neerlegt of jegens de wederpartij een houding heeft aangenomen waaruit dit in het licht van de omstandigheden van het geval ondubbelzinnig blijkt.
Het moet gaan om een tot de wederpartij gerichte verklaring als bedoeld in art. 3:37 lid 3 BW. Een tot een derde gerichte mededeling levert geen berusting op, ook niet indien via deze derde de wederpartij kennis krijgt van die mededeling, hetgeen ertoe heeft geleid dat appellant hiervan wist. Evenmin duidt het doen van een enkele mededeling aan een derde op een situatie dat appellant jegens de wederpartij een houding heeft aangenomen waaruit in het licht van de omstandigheden van het geval ondubbelzinnig blijkt dat appellant zich bij de uitspraak neerlegt.