Mag een schuldeiser zich verhalen op de goederen van een ex-onderbewindgestelde als het bewind inmiddels is opgeheven? De rechter heeft onlangs deze vraag beantwoord naar aanleiding van een onbetaalde tandartsrekening.
Als het bewind is opgeheven, mag een schuldeiser zich dan verhalen op de goederen van de oud-onderbewindgestelde? De kantonrechter Zutphen (3 augustus 2022, RBGEL:2022:5401) legt de slotzin van art. 1:440 lid 1 BW uit: een tijdens het bewind ontstane schuld is in beginsel niet verhaalbaar op de goederen van de onderbewindgestelde en dit geldt ook als het bewind daarna is opgeheven.
In casu hoefde een tandartsrekening van € 65,62 niet betaald te worden, omdat die schuld buiten medewerking van de bewindvoerder ontstaan is en de tandarts op de hoogte had kunnen zijn van het bewind vanwege de publicatie in het Centraal Curatele- en Bewindregister. De tandarts kan de schuld daarom niet op de onder het bewind staande goederen (laten) verhalen. Het einde van het bewind brengt hierin geen wijziging. Daardoor wordt verhaal van schulden op die goederen ook niet mogelijk nadat het bewind is geëindigd. Dit is ook het geval als de vordering van de tandarts is gecedeerd.
Zonder de slotzin van art. 1:440 lid 1 BW is de vermogensrechtelijke bescherming aan onderbewindgestelden onvolledig (vgl. gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 26 januari 2021, GHSHE:2021:188). Het is dan wel van belang dat de ex-onderbewindgestelde zelf in actie komt en aantoont in welke periode er sprake was van een beschermingsbewind.