Kan er voor het inschakelen van een deurwaarder door een bijstandsgerechtigde bijzondere bijstand worden aangevraagd bij de gemeente? De bestuursrechter Den Haag heeft er zich onlangs over gebogen.
Op grond van art. 15 lid 1 van de Participatiewet (Pw) kan er bijzondere bijstand worden verleend voor noodzakelijke kosten die niet via andere wegen vergoed kunnen worden. De vraag is of deurwaarderskosten hiervoor in aanmerking komen. De bestuursrechter van de rechtbank Den Haag (29 september 2022, RBDHA:2022:10608) oordeelt van niet.
Deurwaarderskosten vallen weliswaar onder de kosten van rechtshulp, maar het zijn geen bijzondere kosten die in aanmerking komen voor vergoeding via de bijzondere bijstand. De kosten die de deurwaarder maakt voor het uitvoeren van een ambtshandelingen die verbonden zijn aan een gerechtelijke procedure (in casu een betekening van de dagvaarding ter verzending naar het buitenland), vallen onder de bij die procedure door de Raad voor Rechtsbijstand gegeven toevoeging. Op basis van art. 40 lid 1 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 worden deze door de Nederlandse deurwaarder gemaakte kosten door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak voor 75% vergoed.
Dat de kosten niet volledig worden vergoed, maakt dit, gelet op art. 15 lid 1 tweede volzin van de Pw, niet anders. Dit betekent dat er sprake is van een voorliggende voorziening. Mochten de kosten niet voor vergoeding vanuit de toevoeging in aanmerking komen, omdat het gaat om kosten die buiten Nederland zijn opgekomen (in casu de kosten van de Belgische deurwaarder voor het feitelijk betekenen van de dagvaarding), dan staat het territorialiteitsbeginsel aan bijstandsverlening in de weg.
Voor de kosten van rechtsbijstand is de Wet op de rechtsbijstand (Wrb) in beginsel een toereikende en passende voorliggende voorziening als bedoeld in art. 15 lid 1 van de Participatiewet. Dit is vaste rechtspraak.